18 april 2013

Hoogspanning bij invoering inkomensafhankelijke huurverhoging



De invoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging is voor verhuurders een race tegen de klok. De corporaties kregen zeer laat de inkomensgegevens door van de Belastingdienst. Bovendien zitten daar veel fouten en hiaten in. Eigen Haard uit Amsterdam meldt een definitief foutpercentage van 11 procent. En uit frustratie heeft Patrimonium uit Veenendaal de Staat der Nederlanden al aansprakelijk gesteld voor de geleden schade.

De Belastingdienst blijkt vaak niet in staat om de afdoende gegevens te verstrekken. Patrimonium stelt dat ze daardoor niet de juiste huurverhoging kan aanzeggen. En omdat wel de volledige verhuurderheffing moet worden betaald, lijdt ze schade. Daarvoor heeft Patrimonium nu de Staat der Nederlanden aansprakelijk gesteld.
Veel verhuurders worstelen met de tijdige doorberekening van de inkomensafhankelijke huurverhoging. De tijdsdruk is enorm. De wet werd pas op 13 maart vastgesteld. De bureaucratische verwerking kost tijd. Bovendien zitten er in de lijsten van de Belastingdienst veel fouten omdat inkomensgegevens ontbreken of omdat er een foute match is tussen de woningbestanden van Belastingdienst en corporatie. Het gaat om foutpercentages tot twintig procent.

Het Amsterdamse Eigen Haard meldt na verwerking van alle inkomensgegevens te blijven steken op een foutpercentage van 11 procent. Die huurders krijgen daardoor de maximale reguliere huurverhoging van 4 procent. Dat geldt ook voor 59 procent van de overige huurders. Zij verdienen minder dan 34.000 euro. Blijft over 11 procent huurder met een inkomen tussen 34.000 en 43.000 euro (+4,5%) en 19 procent met een inkomen boven de 43.000 euro (+6,5 procent).

Vanwege de vele feestdagen moeten de huurbrieven uiterlijk 23 april worden gepost om bezorging voor 1 mei te garanderen. Na het versturen van de aankondigingen kan het dossier niet worden gesloten. Naar verwachting zal een fors aantal huurders bezwaar aantekenen tegen de opgelegde extra huurverhoging. De inkomensverklaringen zijn gebaseerd op de opgetelde belastingaanslagen 2011 van de toenmalige leden van een huishouden.